Noord-Kaap
Kakamas
Na het bezoeken van veel verschillende plekken in de provincie de Noord-Kaap, ervoeren we dat God ons telkens terug leidde naar de omgeving van Kakamas. Deze omgeving behoort bij de woestijn de Kalahari (ze noemen de omgeving de groene Kalahari) waar de Orange rivier doorheen loopt. De temperaturen kunnen uiteenlopen van 50 graden Celsius in de zomermaanden tot onder het vriespunt in de winter. Het plekje Kakamas bestaat uit ongeveer 10.000 inwoners en is omgeven door veel (rozijnen)boerderijen met kleine dorpjes. Kakamas betekent ‘arme/droge weide’. Wij geloven echter dat God stromen van zegen zal geven op het droge en Zijn Geest daar zal uitgieten.

Oranje rivier
Vroeger bestond de omgeving uit alleen woestijn en een rivier. Rond 1898 bracht een blanke dominee een groep blanke boeren naar het gebied om wijngaarden te planten aan de oevers van de rivier. De grond bleef echter van de kerk en ook de opbrengst moest naar de kerk gebracht worden. De dominee besloot wie wat kreeg. Dit bracht veel macht, controle, angst en schaamte met zich mee. Als iemand een slechte relatie had met de dominee of zondigde, kregen ze geen tot weinig inkomen. Ook was er een zwart bankje buiten de kerk. Als iemand zag dat je iets verkeerds had gedaan, mocht je zondags niet de kerk in maar moest je op het bankje zitten.

Geloof
De grond is niet langer meer van de kerk en is nu van de blanke boeren zelf, maar de emotionele pijn is nog voelbaar. De gedachtegang van veel mensen en wat ze geloven is nog niet bij iedereen veranderd. Veel blanken gaan nog wel naar de kerk, maar velen hebben nog nooit gehoord en begrepen dat we vrijmoedig tot God mogen gaan, niet door werken, maar door het bloed van Jezus. Onder de kleurlingen is vooral geëvangeliseerd door de Katholieke Kerk. Ook voor hun was het horen over de genade van God totaal iets nieuws. Het is een voorrecht om aan hen de blijde boodschap te mogen brengen. We zijn ontroerd bij het zien van de kracht van het evangelie onder blank en bruin, rijk en arm. We verlangen om hen meer te mogen leren en onderwijzen, om genezing in hun harten te zien komen en om te zien hoe ook zij het evangelie weer verder zullen verspreiden.
